Vezetstrijders in de Roomanmolen

Bovenste rij vlnr : Alfons Hullebroeck, Lucien De Paepe, Theophiel Bermijn, Albert Bermijn Onderste rij vlnr : ..onbekend, Albert Van Der Stoelen, ..Rooms

Annemie De Paepe uit Sint-Gillis-Waas deelde ons het bijzondere verhaal van haar vader en zijn mede verzetstrijders. Ze hebben een speciale band met de Roomanmolen.

Ook Cecile Temmerman, echtgenote van molenaar Theo Hullebroeck, voegde haar deel toe aan het verhaal. Zij herkende haar schoonvader op de foto.

We mogen de verhalen delen via de website.

Het verhaal van Annemie gaat als volgt … Theofiel De Paepe

Op de bijgevoegde foto staan verschillende mensen van Sint Pauwels.
Onze pa, Lucien De Paepe, stond blijkbaar aan het hoofd van zijn Witte Brigade groep en staat op de foto in de bovenste rij (staand), de 2de van links.
Ze hebben verstopt gezeten op de molen tot ze verraden en opgepakt werden door de Duitsers.
Als krijgsgevangen zaten ze een tijdje in gevangenschap tot ze op een dag toch vrijgelaten zijn (er waren ook nog “goede” Duitsers).
(nvdr : de overlevering leerde ons dat ze verstopt zaten in de kleinste ruimte van het gebouwtje aangebouwd tegen de molen)

Ze werden zeker niet goed behandeld in hun krijgsgevangenschap. Ze mochten niet gewoon naar het toilet gaan.. Maar als je naar ’t toilet moet, moet je natuurlijk gaan, waardoor ze hun plas op een gegeven moment niet meer konden ophouden en die liep zo maar langs hun benen naar beneden wat voor die mannen zeker niet prettig was natuurlijk want iedereen zag hun “natte” broek.

Toen ze vrijgelaten werden wou de duitser die hen nog “dag” kwam zeggen hen de hand drukken maar mijn vader weigerde.

Hij heeft nooit veel over de oorlog verteld later maar kon ook nooit nog iets goeds over duitsers zeggen. Zoals ik met een vriendin een paar dagen op reis was geweest naar Rothenburg Ob Der Tauber in Duitsland. Als ik thuis kwam heb ik het moeten horen hoor, het zinde hem niet dat ik naar Duitsland was geweest !!!!!!!

Ik stuur je de foto mee (veel foto’s van de Witte Brigade in tenue zin er niet genomen, TE GEVAARLIJK in de oorlog natuurlijk). De foto is vermoedelijk genomen op het eind van de oorlog, de oorspronkelijke foto zit bij een nicht van mij maar die gaan ze me toch bezorgen, waarmee ik heel blij ben.

Hopelijk heb ik een beetje bijgedragen aan de geschiedenis van de Roomanmolen en mogen deze Witte Brigade mannen daardoor ook een beetje eerbetoon krijgen voor hun positieve deelname om de oorlog te helpen stoppen.

Nog even dit over mijn vader : in 1926 (hij was toen 8) is mijn grootvader August De Paepe met zijn gezin naar Normandië Frankrijk (Saint Aubin Le Vertueux) verhuisd.
In Normandië zochten ze toen boeren, ze hadden er daar toen tekort, veel grote boerderijen die geen uitbaters hadden.

En ze vroegen vooral ook Vlamingen omdat die gekend waren als “goede werkers”. In die tijd zijn dus heel wat Vlamingen naar de Normandië verhuisd, zoals ook mijn grootvader met zijn gezin.
Het was (en is nog) een grote boerderij met veel akkers erbij. De boerderij was een huwelijksgeschenk voor de kasteeldame die in het kasteel woonde vlak naast de boerderij.  Onze pa was vlug weg met de Franse taal en haalde zelfs 1ste en 2de prijzen op school daar.  Hij woonde daar heeeeeel graag.

10 jaar later, in 1936 kreeg mijn grootvader heimwee en wou terug naar Sint-Pauwels verhuizen. De oudste kinderen : Marie, Marguerite, Albert, Jozef waren daar ondertussen al getrouwd en bleven daar natuurlijk.Onze pa die intussen dus 18 was moest mee naar Sint-Pauwels maar verliet “zijn”  Normandië niet graag.
Hij heeft zelfs zijn naam nog gegrifd (nog steeds te zien) in de muur van de cidercave daar (zie foto). Omdat hij gedurende 10 jaar enkel nog Frans schreef, was hij het Vlaams verleerd en moest dit weer helemaal leren toen hij terug op Sint-Pauwels kwam leven.

Hij moest ook meteen in het leger (18 jaar) Hij leerde dan ons ma kennen, Josephine Brijs. Ze  zijn getrouwd in 1941 midden in de oorlogstijd wat zeker niet makkelijk geweest is voor hen.

Hij is dan als vrijwilliger bij De Witte Brigade gegaan waar hij zich ingezet heeft voor zijn land en hier toch wat betekend heeft. Ga er maar aanstaan hé.
Blijkbaar is onze pa eens ziek geworden toen hij bij De Witte brigade was, ons ma was naar een dokter gegaan en zei wat hij mankeerde, de dokter gaf iets mee voor hem.
Toen ze thuis kwam besefte ze wat ze gezegd had tegen die dokter en dat ze ZO onze pa in gevaar had kunnen brengen (je wist niet wie je kon vertrouwen natuurlijk), dus ging ze in paniek terug naar die dokter om hem te proberen overtuigen dat het niet voor De Witte Brigade was (wat het uiteindelijk in het slechtste geval nog erger zou gemaakt hebben).
De dokter verzekerde haar dat “haar geheim” veilig was bij hem; wat een pak van haar hart was !!!!!
Ons ma vertelde nog dat ze niets hadden om te starten, dat ze met het weinige dat ze hadden een “uitzet” (hmhm..) gekocht hadden. De email van de geëmailleerde kookpot waarin ze aardappelen kookte sprong er gewoon af tijdens het koken zodat dat ze het glas (de email) van tussen de aardappels  peuterde om ze toch nog op te kunnen eten !!!!! Kun je je dàt voorstellen ???????

Alfons Hullebroeck en René Rooman

Cecile vult aan .. over Alfons Hullebroeck

(Theo Hullebroeck trad als vrijwillige molenaar op de Roomanmolen in de voetsporen van zijn vader.  Zijn vader Alfons was de laatste molenaarsknecht Bij René Rooman. Ze woonden een tijd in het kleine huisje rechts van de vroegere molenaarswoning in de Beekstraat.

Bovenaan links op de groepsfoto van de verzetsstrijders staat Alfons Hullebroeck.

Theo’s vader was in het Geheim Leger, verzamelt en vervoert inlichtingen – sluikpers – bevoorrading.
Hij werd gezocht door de bezetter en verstopt zich 4 maanden lang in een hooimijt (Lijkveldestraat in Sint-Pauwels).

Vast staat dat hij ook nog vluchtte naar Ronse, we weten niet voor hoe lang. Die mensen waar hij ondergedoken zat, zijn nog bij Theo thuis geweest.

Aan die periode van ontbering en ongetwijfeld angst houdt hij zware longproblemen over; overleeft de oorlog maar sterft al in 1952, bijna 32 jaar oud.

In de overgebleven documenten vinden we onder andere een Medaille van Weerstand, Medaille van den Vrijwilliger en lidkaarten waarop hij eens wordt vermeld als sergeant, een andere als officier.

 

Opmerking : De Roomanmolen werd tijdens de oorlog ook enige tijd gesloten door de bezetter en een stoommachine zou meegenomen zijn. Wellicht heeft dit alles met bovenstaande verhalen te maken.